Met grote ogen kijkt de achtjarige Tanans om zich heen. Het nieuwe schooljaar is net begonnen. Dat is spannend voor alle leerlingen, maar zeker voor Tanans. Uit de vrolijke drukte in de klas maakt Tanans geen enkel bekend woord op.
Het geroep, de woorden en zinnen Nederlands, vormen voor hem onbekende klanken, waar hij geen wijs uit wordt. Tanans is nog maar een paar weken in Nederland. Hij spreekt de taal niet, snapt de gebruiken niet en heeft nog geen vrienden gemaakt.Tanans is Congolees, maar is opgegroeid in een vluchtelingenwijk in Oeganda. Samen met zijn familie is hij als ‘uitgenodigde vluchteling’ naar Nederland gekomen. Ze zijn in het vluchtelingenkamp door de UNHCR geselecteerd om in Nederland hervestigd te worden en hier een nieuw leven te beginnen. In ‘Nieuw’ volgen we Tanans op zijn ontdekkingsreis. Voor de eerste keer woont hij in een mooi huis, balanceert hij op een fiets, spreekt hij Nederlands. Maar bovenal probeert hij wijs te worden uit die rare, nieuwe wereld. Dat is vaak grappig en leuk, maar ook heel spannend. Want hoe maak je vrienden als je niet dezelfde taal spreekt?